Carnaval van Schaarbeek

Het carnaval van Schaarbeek is het grootste van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het bestaat al sinds 1902 en werd recent, niet zonder gevoel voor humor, omgedoopt tot « Scharnaval ». Het feest begint met de verkiezing van Prins carnaval. Bij zijn aanstelling krijgt hij een scepter en worden hem symbolisch de sleutels van de gemeente overhandigd. Prins carnaval leidt met vaste hand en groot vermaak de grote carnavalsstoet door de straten van de gemeente.

Je ziet er de reuzen van Schaarbeek, waaronder de vermaarde Pogge, agent 15, evenals tal van andere folkloristische verenigingen uit alle hoeken van het land de revue passeren. De stoet, waarbij tonnen confetti en snoep in en over het publiek worden verstrooid, eindigt steevast aan een reuzenpodium waar allerlei activiteiten worden georganiseerd. Ieder jaar opnieuw kun je in het gemeentehuis wegdromen bij een schitterende fototentoonstelling over carnaval.

In de stoet lopen ook een paar ‘echte’ ezels mee. Schaarbeek werd eertijds immers de “Ezelstad” genoemd.

Raadsel:

Waar werden de ezels van Schaarbeek voor gebruikt?

  • Ter versiering van de stad
  • Om te reizen
  • Om de oogst van de boeren te vervoeren
  • Omdat er geen ander transportmiddel beschikbaar was

 

Antwoord raadsel: Om de oogst van de boeren te vervoeren.

Wist je dat?

Schaarbeek was onder meer gekend om zijn heerlijk, sappige krieken die toentertijd werden gebruikt voor het brouwen van de alomgekende « Kriek ». Die krieken werden door de Schaarbeekse boeren aan de brouwers bezorgd op… ezels. Schaarbeek stond al in de tijd van de kruistochten bekend om zijn ezelfokkerijen. De lokale boeren trokken met hun volgeladen ezels naar de markt in Brussel om er de opbrengst van hun oogst te verkopen. Bij het binnenrijden van de hoofdstad riep het volk hen na: “Ah, daar zijn de ezels van Schaarbeek!”. Vandaar de spotnaam “Ezelstad”.